Er staan veel dopen in de Bijbel. We lezen over Noach en zijn huisgezin in de zondvloed, over de doop van Israël in de wolk en in de zee, over de doop van Johannes, en over de geloofsdoop van Joden, Samaritanen, en heidenen.

Laten we eens gaan kijken of we overeenkomsten tussen die dopen kunnen zien.

Er is bij alle dopen sprake van een overgang van het oude naar het nieuwe. Noach en zijn huisgezin werden figuurlijk gedoopt toen ze overgingen vanuit de goddeloze oude wereld naar de nieuwe wereld na de zondvloed. Het hele huis van Israël werd in de wolk en in de zee gedoopt toen ze overgingen van het oude slavenhuis van Egypte op weg naar het nieuwe land, het beloofde land Kanaän. Bij de doop van Johannes werd het hele volk Israel gedoopt toen ze overgingen van de oude bedeling naar de nieuwe bedeling waar de Christus komen zou. Bij de christelijke geloofsdoop wordt een persoon gedoopt die door het geloof overgaat van de geestelijke dood naar het geestelijke leven. Bij de doop van gehele huisgezinnen gaat het hele huis over van het heidendom tot het christendom.

Alle dopen beelden een afwassing uit.

Alle dopen waren eenmalig. Noach en zijn huisgezin werden eenmalig gedoopt want er was maar één zondvloed. Het hele huis van Israël was alleen gedurende de woestijnreis in de wolk, en ging maar eenmaal door de zee. De doop van Johannes was eenmalig. De geloofsdoop is eenmalig per persoon. De gehele huisgezinnen gaan maar één keer over tot het christendom.

Alle dopen vinden hun vervulling en completering in de Heere Jezus. Door Hem alleen worden we afgewassen van alle onreinigheid.