Een vast fundament

Les 35

De Heere Jezus werd verheerlijkt

Deze les is ook als film op YouTube te bekijken.

Voor de ouders/onderwijzers: Sommige verduidelijkende teksten worden onder aan de betreffende alinea vermeld.

Over de hele wereld zijn er allerlei religies. Allerlei soorten geloven. In Nederland herkennen we makkelijk mensen die Moslim zijn. Er zijn nog veel meer geloven in de wereld. Al deze geloven zijn eigenlijk leugens van Satan. Satan is al een leugenaar vanaf het begin. Hij wil mensen weg trekken bij de echte waarheid, Gods Waarheid. En dat doet hij op allerlei manieren. Als we de Bijbel lezen, lezen we de waarheid die ons door God Zelf is gegeven. God is waarheid en liegt dus niet.

Deuteronomium 32:4b God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij.
Johannes 8:44 U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.

A. Wie de mensen zeiden dat Jezus was

Omdat Herodes Johannes de Doper had vermoord (zie les 29 onder A) dachten sommige mensen dat Jezus Johannes was die opgestaan was uit de dood.

Anderen dachten dat Jezus Elia (of Elias) was. Elia was een profeet die door God naar de hemel was gehaald zo’n 850 jaren voordat Jezus naar de wereld kwam.

2 Koningen 2:11 Het gebeurde, terwijl zij al sprekend verder gingen, zie, dat er een vurige wagen met vurige paarden kwam, die tussen hen beiden scheiding maakte. Zo voer Elia in een storm naar de hemel.

Ze dachten dat Jezus Elia was, die terug was gekomen naar de aarde. Luister maar:

Marcus 8
27 En Jezus vertrok met Zijn discipelen naar de dorpen van Caesarea Filippi. En onderweg stelde Hij Zijn discipelen een vraag; Hij zei tegen hen: Wie zeggen de mensen dat Ik ben?
28 En zij antwoordden: Johannes de Doper; en anderen: Elia; en weer anderen: Een van de profeten.

Jezus had de mensen duidelijk laten zien wie Hij was. Hij had de mensen verteld dat Hij de Zoon van God was, de Verlosser die God vanaf het begin van de wereld beloofd had. Hij had hen Zijn macht laten zien door de grote wonderen die Hij had gedaan. Maar de meeste Joden geloofde Hem nog steeds niet.

Het is heel belangrijk wat je denkt en gelooft over de Heere Jezus. Denk je dat Hij een goed mens was zoals er meer zijn geweest? Was Hij gewoon een goede leraar die wonderen deed? Was Hij één van de profeten? Jezus zei dat Hij God was.

Johannes 8
58 Jezus zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Vóór Abraham geboren was, ben Ik.
59 Zij namen dan stenen op om ze op Hem te werpen. Maar Jezus verborg Zich en ging de tempel uit; Hij ging midden tussen hen door en zo ging Hij weg.
Johannes 10:30 Ik en de Vader zijn Één.

B. Petrus’ gedachten over Jezus

Marcus 8:29 En Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? En Petrus antwoordde en zei tegen Hem: U bent de Christus.

De Heere Jezus wist dat Zijn discipelen zouden moeten geloven dat Hij de Redder was die door God beloofd en gestuurd was. Als Zijn discipelen dat niet zouden geloven, zouden ze nooit door God, Zijn Vader, aangenomen worden.

Petrus wist en geloofde:

  • Dat Jezus diegene was die God in het Paradijs had beloofd toen Adam en Eva zondigden.
  • Dat Jezus diegene was die God had beloofd te sturen als de nakomeling van Abraham en David.
  • Dat Jezus diegene was waarvan de profeten gesproken hadden (profeten zoals Jesaja).
  • Dat Jezus de Christus was, Gods grote Profeet, Gods grote Hogepriester en Gods grote Koning.

Jezus wilde dat mensen naar Hem luisterden en echt Zijn woorden in hun harten zouden geloven. Hij wilde niet dat mensen Hem zouden volgen alleen omdat de discipelen zeiden dat Hij de Christus was.

Marcus 8:30 En Hij gebood hun streng dat zij met niemand over Hem zouden spreken.

C. Jezus voorspelde Zijn dood en opstanding

Marcus 8:31 En Hij begon hun te onderwijzen dat de Zoon des mensen veel moest lijden en verworpen worden door de oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en na drie dagen opstaan.
  • Jezus wist dat Hij moest sterven.
  • Jezus wist dat Satan de Joodse leiders zou gebruiken om Hem te doden.
  • Jezus wist ook dat Hij drie dagen na zijn overlijden en begraven weer zou opstaan uit de dood.

God weet alles. Jezus was niet gewoon maar een mens zoals wij. Jezus was ook Gods Zoon. Honderden jaren daarvoor hadden de profeten al veel verteld van wat er met Jezus zou gebeuren. Hij zou veel lijden. Zie bijvoorbeeld Jesaja 50:6. Hij zou door de Joodse leiders verworpen worden en gedood worden. Maar Hij zou van de dood opgewekt worden. Zie Psalm 16:10. Jezus wist wat er in het Oude Testament over Hem geschreven was. 1 Petrus 1:10 en 11. Hij wist dat Hij de Verlosser was die God had beloofd en Hij wist dat alles wat er over Hem gezegd was, gebeuren zou. Dat wat in Gods Woord beloofd wordt, komt altijd uit. Al Gods beloften worden vervuld.

Jesaja 50:6 Ik geef Mijn rug aan hen die Mij slaan, Mijn wangen aan hen die Mij de baard uitplukken. Mijn gezicht verberg Ik niet voor smaad en speeksel.
Psalm 16:10 Want U zult mijn ziel in het graf niet verlaten, U laat niet toe dat Uw Heilige ontbinding ziet.
1 Petrus 1
10 Naar deze zaligheid hebben de profeten, die geprofeteerd hebben over de genade die aan u bewezen is, gezocht en gespeurd.
11 Zij onderzochten op welke en wat voor tijd de Geest van Christus, Die in hen was, doelde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat op Christus komen zou, en ook van de heerlijkheid daarna.

D. Jezus werd verheerlijkt*

Jezus had een menselijk lichaam net als wij. Hij was echt mens, maar Hij was ook God. Ook aan de buitenkant zag Hij eruit als een gewoon mens. Zie Jesaja 53:1 en 2. Maar uit wat Hij deed en zei bleek dat Hij anders was.

In Marcus 9 gebeurt er iets bijzonders:

Marcus 9
2 En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes met Zich mee en bracht hen apart op een hoge berg, alleen hen; en Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd.
3 En Zijn kleren werden blinkend, zeer wit, als sneeuw, zo wit als geen wolbewerker op aarde ze kan maken.

Mattheus, die van de discipelen van Jezus was, zegt in het Bijbelboek dat hij schreef, dat daar op die berg het gezicht van Jezus begon te schijnen als de zon.

Mattheus 17:2 En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd; Zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht.
Jesaja 53
1 Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wie is de arm van de HEERE geopenbaard?
2 Want Hij is als een loot opgeschoten voor Zijn aangezicht, als een wortel uit dorre aarde. Gestalte of glorie had Hij niet; als wij Hem aanzagen, was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben.

* De verandering die aan de Heere Jezus te zien was, was hemels. Een woord dat ook 'hemels' betekent is 'heerlijk'. Daarom wordt deze gebeurtenis in de Bijbel genoemd: Jezus' verheerlijking.

E. Mozes en Elia spraken met Jezus

Daar op die berg waar de Heere Jezus veranderd of verheerlijkt werd, spraken Mozes en Elia met Jezus. Marcus 9:4.

Elia: Elia was een Joodse profeet, maar Elia stierf niet zoals andere mensen. Zie deze les onder A.

Mozes: De Bijbel vertelt ons in Deuteronomium dat Mozes stierf en door God begraven werd. Mozes stierf zo’n 1400 jaren voordat Jezus naar de aarde kwam. Zie Deuteronomium 34:5 en 6. God nam hem niet op dezelfde manier tot Zich in de hemel zoals Hij Elia tot Zich had genomen. Mozes verliet zijn lichaam toen hij stierf en zijn lichaam werd begraven.

Elia en Mozes hadden allebei op God vertrouwd. Zij hadden, toen zij nog op de aarde waren, hun vertrouwen op de Verlosser gesteld (die nog moest komen). Daarom, toen zij lichamelijk stierven, werden ze niet van God gescheiden in de hel. God liet Elia en Mozes nu teruggaan naar de aarde om met Jezus te spreken.

Waarom deze mannen? Dat weten we niet.

Marcus 9:4 En aan hen verscheen Elia met Mozes en zij spraken met Jezus.
Deuteronomium 34
5 Zo stierf Mozes, de dienaar van de HEERE, daar in het land van Moab, overeenkomstig het woord van de HEERE.
6 En Hij begroef hem in een dal in het land van Moab, tegenover Beth-Peor. En niemand weet waar zijn graf is, tot op deze dag.

De hemel was hun echte plaats, en dat is niet in deze wereld. De hemel is Gods thuis. 2 Kronieken 6:30. Iedereen die het met God eens is en in Jezus gelooft, zal bij God in de hemel mogen komen wonen als hij sterft.

Toen Mozes en Elia, Gods profeten, op de aarde leefden, wisten zij dat de beloofde Verlosser geboren moest worden en moest sterven.

Lucas, die ook over het leven van Jezus hier op aarde schreef, zei dat Mozes en Elia daar op de berg met Jezus over Zijn dood spraken. Lucas 9:30 en 31. Ook al verlieten deze mannen de wereld lang voordat de Heere Jezus geboren werd, zij wisten dat Gods beloften over de Verlosser precies zo zouden gebeuren zoals God het beloofd had.

God vergeet Zijn beloften nooit, zelfs al duurt het duizenden jaren voordat ze in vervulling gaan. Jesaja 46:10.

2 Kronieken 6:30 Luistert Ú dan vanuit de hemel, Uw vaste woonplaats, vergeef, en geef een ieder naar al zijn wegen, U, Die zijn hart kent. U alleen kent immers het hart van de mensenkinderen.
Lukas 9
30 En zie, twee mannen spraken met Hem; het waren Mozes en Elia.
31 Zij verschenen in heerlijkheid en spraken over Zijn heengaan, dat Hij zou volbrengen in Jeruzalem.
Jesaja 46:10 Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben; Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen.

En dan, op dat bijzondere moment van verheerlijking, spreekt God de Vader:

Marcus 9
5 En Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Rabbi, het is goed dat wij hier zijn; en laten wij drie tenten maken, voor U één en voor Mozes één en voor Elia één.
6 Hij wist namelijk niet wat hij zei, want zij waren zeer bevreesd.
7 En er kwam een wolk, die hen overschaduwde, en uit de wolk kwam een stem, die zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!
8 En plotseling, terwijl zij om zich heen keken, zagen zij niemand meer bij zich dan Jezus alleen.

God de Vader vertelde de discipelen dat Jezus echt Zijn Zoon was. Dat had de Heere Jezus ook over Zichzelf gezegd. Omdat Jezus de Zoon van God is, vertelde God de discipelen dat zij moesten luisteren naar Jezus en Hem moesten gehoorzamen. Er is nooit iemand zoals Jezus de Zoon van God geweest en er zal ook nooit iemand zoals Hij zijn.

Jaren na de verheerlijking schreef Petrus het volgende:

2 Petrus 1
16 Want wij zijn geen kunstig bedachte verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus bekendmaakten, maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit.
17 Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb.
18 En deze stem hebben wij gehoord, toen deze vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren.

De Bijbel is waar. Gods profeten spraken Gods waarheid. Jezus sprak de waarheid. Zijn woorden werden gegeven om ons tot God te leiden en tot het eeuwige leven.

De eerste regels van Opwekking 689 beginnen zo:
Spreek, o Heer, door uw heilig woord,
dat ons hart U hoort en verzadigd wordt.

God spreekt niet tot ons vanuit de hemel, maar Hij spreekt tot ons door Zijn Woord, de Bijbel. God verwacht van ons dat wij naar Hem luisteren en ons vertrouwen in Hem stellen.

Begrijp je dat het daarom zo belangrijk is om veel te lezen uit de Bijbel of te luisteren als Gods Woord wordt uitgelegd?

Vragen

  1. Wat zei Petrus over de Heere Jezus? Wie was Hij volgens Petrus?
    Antw. Petrus zei: U bent de Christus, de Zoon van God die naar de aarde is gestuurd.
  2. Wat vertelde de Heere Jezus die dag aan Zijn discipelen?
    Antw. Hij vertelde dat Hij veel zou moeten lijden en sterven en dat Hij na drie dagen weer zou opstaan van de dood.
  3. Zag de Heere Jezus er tijdens Zijn tijd op aarde er anders uit dan gewone mensen?
    Antw. Nee, Hij zag er uit als een gewoon mens.
  4. Maar wat was er dan toch zo bijzonder aan de Heere Jezus?
    Antw. Hij was mens, maar tegelijk was Hij ook God.
  5. God de Vader sprak uit de Hemel. Wat zei Hij over de Heere Jezus?
    Antw. Hij zei: Dit is Mijn geliefde Zoon en jullie discipelen moeten naar Hem luisteren.