Een vast fundament

Les 33

Jezus geeft 5000 mensen te eten

Deze les is ook als film op YouTube te bekijken.

Hoe lang kun je brood bewaren? Wij weten dat het niet lang goed blijft. Wij kopen steeds weer opnieuw brood omdat we moeten eten.

Je lichaam merkt het al snel als je trek hebt in eten, in brood. Maar merk je het ook als je te weinig hebt van het “Brood des levens?”

In deze les wordt Johannes 6 onderwezen.

A. Massa’s volgden Jezus

Johannes 6
1 Hierna vertrok Jezus naar de overkant van de zee van Galilea, ofwel van Tiberias.
2 En een grote menigte volgde Hem, omdat zij Zijn tekenen zagen, die Hij deed aan de zieken.

Waarom volgden deze mensen Jezus? Zagen zij zichzelf als zondaren die een Redder nodig heeft? Nee, zij volgden Hem omdat ze dachten: daar worden we beter van. Ze dachten dat ze het fijner zouden gaan krijgen met Jezus. Ze dachten niet aan dat wat geestelijk is, maar aan de dingen van de aarde (spullen, welvaart).

Je leefomstandigheden worden niet altijd beter als je Jezus als Redder aanvaardt. God belooft dat niet. Jezus kwam om Verlosser te zijn van Satan, zonde en de dood.

1 Timotheus 1:15 Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken..

De geschiedenis gaat verder.

Johannes 6
3 En Jezus ging de berg op en ging daar zitten met Zijn discipelen.
4 En het Pascha, het feest van de Joden, was nabij.

Tijdens het Pascha dachten de Joden eraan hoe de laatste nacht in Egypte was geweest in de tijd van hun voorvaders. Zij herdachten hoe het bloed aan de deurposten gestreken werd en hoe dat bloed hen bewaard had voor het verlies van de oudste zoon. Terwijl de engel langs de huizen ging om de eerstgeborene in de huizen in Egypte te doden waar geen bloed aan de deurposten was. Zie les 18 onder E. Veel Joden vierden dit feest uit traditie, als gewoonte, maar de meesten geloofden niet echt in God.

B. Vijf broden en twee kleine vissen

Johannes 6
5 Toen Jezus dan de ogen opsloeg en zag dat een grote menigte naar Hem toe kwam, zei Hij tegen Filippus: Waar zullen wij broden kopen, opdat deze mensen kunnen eten?
6 Maar dit zei Hij om hem op de proef te stellen, want Hij wist Zelf wat Hij zou gaan doen.
7 Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is voor hen niet genoeg, zodat ieder van hen een beetje zou kunnen krijgen.

Jezus had al besloten wat Hij ging doen. Hij vroeg Filippus deze vraag alleen maar om Filippus' geloof te testen. Filippus had de wonderen gezien die Jezus tot nog toe had gedaan. Wat zou Filippus hebben moeten antwoorden? Filippus zou Jezus hebben moeten vertrouwen voor een wonder.

Luister maar wat de Bijbel verder vertelt:

Johannes 6
8 Een van Zijn discipelen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei tegen Hem:
9 Hier is een jongetje dat vijf gerstebroden en twee visjes heeft, maar wat betekenen die voor zovelen?

C. Jezus en het eten voor de vijfduizend

Dit getal geeft alleen het aantal mannen weer.

Jezus gaf heel veel mensen te eten. Luister maar hoe:

Johannes 6
11 En Jezus nam de broden, en nadat Hij gedankt had, deelde Hij ze uit aan de discipelen, en de discipelen aan hen die daar zaten; op dezelfde manier werden ook de visjes uitgedeeld, zoveel zij wilden.
12 En toen zij verzadigd waren, zei Hij tegen Zijn discipelen: Verzamel de overgebleven stukken, zodat er niets verloren gaat.
13 Zij verzamelden ze nu en vulden twaalf manden met stukken van de vijf gerstebroden die overgebleven waren bij hen die gegeten hadden.

Toen Jezus het brood en de vis deelde, bleef Hij het in stukken breken zonder dat het opraakte. Jezus kon dit doen omdat Hij God is.

D. Het plan van de mensen

Johannes 6:14 Toen de mensen dan het teken dat Jezus gedaan had, gezien hadden, zeiden zij: Híj is werkelijk de Profeet, Die in de wereld komen zou.

Het leek alsof de mensen het ermee eens waren: Jezus was de Redder die God naar de wereld had gestuurd. Maar, ze zagen niet dat Hij HUN persoonlijke Redder zou zijn. Een Redder voor hun ziel. Ze wilden alleen een Redder die hen van ziekten zou genezen, die hen eten zou geven en die hen zou bevrijden van de macht van de Romeinen. Ze dachten dat Hij een soort machtige aardse redder en koning zou zijn. Jezus is God. Hij wist wat de mensen dachten.

Johannes 6:15 Omdat Jezus nu wist dat zij zouden komen en Hem met geweld mee zouden nemen om Hem koning te maken, trok Hij Zich opnieuw terug op de berg, Hij Zelf alleen.

E. Jezus liep op het water

In de volgende verzen staat weer een bijzondere gebeurtenis.

Johannes 6
16 En toen het avond werd, daalden Zijn discipelen af naar de zee.
17 En toen zij in het schip gegaan waren, staken zij de zee over naar Kapernaüm. En het was al donker geworden en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen.
18 En de zee werd onstuimig, want er waaide een harde wind.
19 En toen zij ongeveer vijfentwintig of dertig stadiën geroeid hadden, zagen zij Jezus op de zee lopen en dicht bij het schip komen, en zij werden bevreesd.
20 Maar Hij zei tegen hen: Ik ben het, wees niet bevreesd.
21 Zij wilden Hem dan in het schip nemen, en meteen bereikte het schip het land waar zij naartoe voeren.

Jezus schiep de zeeën en Hij had macht over het water, daarom was het voor Hem niet moeilijk om erop te lopen.

F. Jezus, het brood des levens

Jezus zei:

Johannes 6:27 Werk niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven, dat de Zoon des mensen u geven zal; want Hem heeft God de Vader verzegeld.

Jezus zei niet dat het verkeerd is om je brood te verdienen, maar Hij vertelde deze mensen dat het niet het enige moet zijn waarvoor ze moesten leven.

Lucas 12
13 En iemand uit de menigte zei tegen Hem: Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen.
14 Maar Hij zei tegen hem: Mens, wie heeft Mij tot rechter of verdeler van een erfenis over u aangesteld?
15 En Hij zei tegen hen: Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht. Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit.
16 En Hij zei tot hen een gelijkenis en sprak: Het land van een rijke man had veel opgebracht.
17 En hij overlegde bij zichzelf en zei: Wat zal ik doen? Want ik heb geen ruimte om mijn vruchten op te slaan.
18 En hij zei: Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en ik zal daarin al mijn koren en al mijn goederen opslaan.
19 En ik zal tegen mijn ziel zeggen: Ziel, u hebt veel goederen liggen voor veel jaren. Neem rust, eet, drink en wees vrolijk.
20 Maar God zei tegen hem: Dwaas! In deze nacht zal men uw ziel van u opeisen; en wat u gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn?
21 Zo is het met hem die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God. Oproep om niet bezorgd te zijn
22 En Hij zei tegen Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven: over wat u eten zult, of over uw lichaam: waarmee u zich kleden zult.
23 Het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding.

De Heere Jezus vertelde deze mensen dat geld en brood en kleding niet het enige moet zijn waarvoor ze moesten leven. Ze zouden zich ook druk moeten maken over het eeuwige leven met God. Het leven gaat verder, zèlfs nadat ons lichaam sterft.

Johannes 5:29 en zij zullen eruitgaan: zij die het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, maar zij die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding ter verdoemenis.

We zullen voor eeuwig in de hemel leven of op de plaats van eeuwige straf. Wat hebben we aan een gezond lichaam of rijkdom als we naar de hel gaan nadat we sterven?

De mensen vroegen in Johannes 6:28 aan de Heere Jezus: Zij zeiden dan tegen Hem: Wat moeten wij doen, opdat wij de werken van God mogen verrichten?

Dit is het antwoord van de Heere Jezus:

Johannes 6:29b Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft.

Wat moesten de mensen die door de slangen in de woestijn gebeten werden doen om van de dood gered te worden? Weet je dat nog? Ze moesten alleen maar kijken naar de koperen slang aan de paal. Wij kunnen niets doen om ervoor te zorgen dat God ons aanvaardt of goed genoeg vindt. God vraagt ons om alleen in Jezus te geloven als onze Redder.

Lees wat er verder staat:

Johannes 6
30 Zij zeiden dan tegen Hem: Welk teken doet U dan, opdat wij het zien en U geloven? Wat voor werk verricht U?
31 Onze vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn, zoals geschreven is: Hij gaf hun het brood uit de hemel te eten.

De mensen geloofden Jezus nog steeds niet: zij wilden nog meer wonderen zien. Ze keken alleen naar de bijzondere dingen die Jezus deed in plaats van naar de waarheid te luisteren. Dat was wat Hij hen wilde leren.

De mensen herinnerden Jezus aan het manna dat hun voorvaders veertig jaren geleden in de woestijn aten. En ze zeiden het op zo'n manier dat niet God maar Mozes hen dat manna had gegeven. Ze daagden Jezus uit, en zeiden dat als Jezus werkelijk de Zoon van God was, Hij een teken moest doen zoals Mozes gedaan had.

De Heere Jezus gaf hun antwoord:

Johannes 6
32 Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel.
33 Want het brood van God is Hij Die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft.

Jezus zei hen dat het Zijn Vader was en niet Mozes die het manna aan hun voorvaders gegeven had. Toen zei Jezus dat God nu het ware (het echte) brood uit de hemel gegeven had. Als ze van Hem zouden ‘eten’, zouden ze niet meer sterven. Jezus vergeleek Zichzelf met brood. Jezus is het levende brood dat God aan de mensen gaf zodat zij niet hoeven te sterven en dus voor altijd van God gescheiden zouden zijn. Lucas 16:26.

Maar de mensen dachten nog steeds aan eten voor hun lichamen. Lees maar:

Johannes 6:34 Zij zeiden dan tegen Hem: Heere, geef ons altijd dat brood.

Zij wilden dat Jezus doorging met het geven van eten aan hen, net zoals Hij hen het brood en de vis gegeven had. Jezus antwoordde hierop:

Johannes 6:35 En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.

Vergelijking

God gaf de Israëlieten manna uit de hemel en water vanuit de rots om hen te redden van de lichamelijke dood in de woestijn. God stuurde Jezus uit de hemel naar de wereld om zondaars te redden van de eeuwige dood.
Als een persoon weigert voedsel te eten, zal hij lichamelijk sterven. Maar iedereen die weigert in Jezus als zijn Redder te geloven zal gescheiden van God blijven.

Een mooi gedeelte in Psalm 107 zegt:

9 Want Hij heeft de dorstige ziel verzadigd en de hongerige ziel met het goede vervuld.

Jezus zorgt goed voor degenen die van Hem afhankelijk willen zijn! Een zondaar heeft één iemand nodig en dat is Jezus Christus. Het geloof in Hem maakt dat God je wil aannemen en eeuwig leven geven.

Wij doen ons best om goed en genoeg te eten . Maar dit eten is alleen voor ons leven op aarde. Hoe zit het met onze geestelijke trek? Bent je hongerig geworden voor het eten dat God wil geven, 'eten' dat eeuwig is? Je kan er niet voor werken: je kunt het alleen ontvangen door God te geloven. Alleen God kan het geven en dat is wat Hij gedaan heeft in Jezus Christus.

Vragen

  1. Waarom trokken er mensen mee met de Heere Jezus?
    Antw. Ze wilden aardse 'dingen' van Hem hebben (zoals eten, gezondheid, vrede).
  2. Waarom verliet de Heere Jezus de hemel en kwam Hij naar de aarde?
    Antw. Om mensen te bevrijden van de macht van de zonde, Satan en de eeuwige dood.
  3. Wat heeft je lichaam nodig om op aarde te leven?
    Antw. Eten zoals brood.
  4. Wat hebben mensen nodig om eeuwig te leven met God in de hemel?
    Antw. Het “Brood des levens” dat is de Heere Jezus als hun Redder.
  5. Wie gaf het Brood des levens?
    Antw. God de Vader.