Een vast fundament

Les 20

Voorbereiding voor het geven van de Tien geboden

Deze les is ook als film op YouTube te bekijken.

In huis zijn regels, op school zijn regels, in het verkeer zijn regels …. sommige mensen vinden al die regels maar niets. De Heere gaf Zijn volk regels. We willen weten waarom, zodat we ook kunnen begrijpen, hoe belangrijk die regels zijn. We gaan deze les kijken hoe de Heere Israël voorbereidde voor het ontvangen van de tien geboden.

Moeilijk woord: "overeenkomst". Een overeenkomst lijkt een beetje op een afspraak, maar het is meer, officiëler. Als volwassenen nu een overeenkomst sluiten, wordt er vaak een handtekening op papier gezet. Je bent het eens met alle regels of alles wat de ander heeft opgeschreven en dan schrijf je onderaan je naam, datum en handtekening. Je kan een overeenkomst sluiten met een bedrijf voor je mobiele telefoon abonnement of bijvoorbeeld voor de stroom/elektriciteit.

Lees samen eerst:

Exodus 19:1-21.
1 In de derde maand, op dezelfde dag dat de Israëlieten uit het land Egypte waren vertrokken, kwamen zij in de woestijn Sinaï.
2 Zij braken op vanuit Rafidim, kwamen in de woestijn Sinaï en sloegen hun kamp op in de woestijn. Israël sloeg daar zijn kamp op tegenover de berg.
3 Toen klom Mozes omhoog, naar God. De HEERE riep tot hem vanaf de berg: Zo moet u tegen het huis van Jakob zeggen en de Israëlieten verkondigen:
4 U hebt zelf gezien wat Ik met de Egyptenaren gedaan heb en hoe Ik u op arendsvleugels gedragen en u bij Mij gebracht heb.
5 Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij.
6 U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die u tot de Israëlieten moet spreken.
7 Mozes kwam terug en riep de oudsten van het volk, en hield hun al deze woorden voor, die de HEERE hem geboden had.
8 Toen antwoordde heel het volk gezamenlijk en zei: Alles wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen! En Mozes bracht de woorden van het volk weer over aan de HEERE.
9 En de HEERE zei tegen Mozes: Zie, Ik kom naar u toe in een dichte wolk, opdat het volk het kan horen wanneer Ik met u spreek en opdat zij ook voor eeuwig in u geloven. En Mozes maakte de woorden van het volk aan de HEERE bekend.
10 En de HEERE zei tegen Mozes: Ga naar het volk toe, en heilig hen vandaag en morgen, en laten zij hun kleren wassen
11 en over drie dagen gereed zijn. Op de derde dag zal de HEERE namelijk voor de ogen van heel het volk neerdalen op de berg Sinaï.
12 U moet voor het volk een grens stellen rondom de berg door te zeggen: Wees op uw hoede dat u de berg niet beklimt of ook maar de voet ervan aanraakt. Ieder die de berg aanraakt, zal zeker gedood worden.
13 Geen hand mag hem aanraken, want hij zal zeker gestenigd of met pijlen doorschoten worden. Of het nu een dier of een mens is, hij mag niet blijven leven. Pas als de ramshoorn een langgerekte toon laat horen, mogen zíj de berg beklimmen.
14 Toen daalde Mozes van de berg af naar het volk, en hij liet het volk zich heiligen, en zij wasten hun kleren.
15 Hij zei tegen het volk: Wees over drie dagen gereed en nader niet tot een vrouw.
16 En het gebeurde op de derde dag, toen het morgen werd, dat er op de berg donderslagen, bliksemflitsen en een zware wolk waren, en zeer sterk bazuingeschal, zodat al het volk dat in het kamp was, beefde.
17 Mozes leidde het volk uit het kamp, God tegemoet. Zij stonden onder aan de berg.
18 De berg Sinaï was geheel in rook gehuld, omdat de HEERE er in vuur neerdaalde. De rook ervan steeg omhoog als de rook van een oven, en heel de berg beefde hevig.
19 Het bazuingeschal werd gaandeweg zeer sterk. Mozes sprak en God antwoordde hem met een stem.
20 Toen daalde de HEERE neer op de berg Sinaï, op de top van de berg. De HEERE riep Mozes naar de top van de berg en Mozes klom naar boven.
21 De HEERE zei tegen Mozes: Ga naar beneden, waarschuw het volk! Anders zullen zij doordringen tot de HEERE om Hem te zien en zullen velen van hen vallen.

In de les staan wel de verwijzingen naar dit Bijbelgedeelte genoemd, maar niet de verzen voluit.

A. God bracht Israël naar de berg Sinaï

De Israëlieten besloten niet zelf wanneer ze verder zouden trekken of waar ze heen zouden gaan. God besloot voor hen. (Exodus 19:1 en 2).

God wilde dat Zijn volk Hem zou aannemen als hun leider, beschermer en verzorger. God bracht de Israëlieten naar de berg Sinai. De berg Sinaï was de plaats waar Mozes het brandende braambos had gezien. Toen had de Heere Mozes beloofd dat Hij hem en de Israëlieten terug zou brengen naar deze berg.

Zie Exodus 3:12.
En Hij zei: Voorzeker, Ik zal met u zijn, en dit zal voor u het teken zijn dat Ík u gezonden heb: Als u het volk uit Egypte geleid hebt, zult u God dienen op deze berg.

Je kan op God vertrouwen, want Hij doet wat hij belooft en zegt. Hij beschermde Mozes, bevrijdde Israël en bracht hen naar de berg Sinaï zoals Hij beloofd had. Menselijk gesproken was dit allemaal onmogelijk, maar voor God is alles mogelijk.

God is betrouwbaar; Hij verandert nooit

B. De belofte van de Heere aan Israël

God had een boodschap die Mozes aan de Israëlieten moest vertellen (Exodus 19: 5 en 6). God wilde een overeenkomst met Israël sluiten.

Dit is de overeenkomst:

  1. De Heere beloofde dat Hij de Israëlieten zou zegenen als zij hem helemaal in alles zouden gehoorzamen.
  2. Als zij alles deden wat Hij hen vertelde, zou Hij hen aanvaarden/aannemen en hen alle goede dingen geven die ze nodig hadden.

C. De belofte van Israël aan de Heere

Israël beloofde de Heere in alles te gehoorzamen. Dat hebben we gehoord in Exodus 19:8.

Vergeten:

Ze waren vergeten hoe ze aan God getwijfeld hadden bij de Rode Zee toen de Egyptenaren achter ze aan kwamen. Ze waren vergeten hoe ze hadden geklaagd toen ze geen voedsel en water hadden.

Ze dachten dat ze God konden gehoorzamen in eigen kracht. Gehoorzamen zou zegening brengen, maar ongehoorzaamheid niet.

Toen de Israelieten God beloofden Hem te gehoorzamen, dachten ze er niet goed aan dat hun harten vol zonde waren en dat ze al zo vaak ongehoorzaam en ongelovig waren geweest. Ze zeiden: Wij beloven het te doen. Daarbij hoorde ook: en als we het niet doen, dan weten we dat er straf komt.

De overeenkomst was dat als zij God volkomen gehoorzaamden Hij hen zou aannemen en hen zou zegenen, maar als zij ongehoorzaam waren zouden ze door God gestraft worden.

De Heere wist dat Israël Hem al snel weer ongehoorzaam zou zijn. Hij zou hen moeten straffen. Want dat hadden ze toch afgesproken in de overeenkomst?

Waarom sloot de Heere dan een overeenkomst met de Israëlieten als Hij wist dat zij niet gehoorzaam konden zijn?

De Heere deed het omdat Hij hen wilde bewijzen dat zij zondaars waren en niet in staat waren Hem volledig te gehoorzamen. De Heere wilde hen leren dat zij niet dankzij eigen inspanningen Zijn vrienden konden worden. Mensen kunnen zichzelf niet aanvaardbaar maken voor God.

De mens is een zondaar; hij heeft God nodig en kan zichzelf niet redden

Zo gaat het met iedereen. God zal alleen diegenen bevrijden die toegeven dat zij zondaars zijn (onder de heerschappij van Satan, zonde en de dood).

Dit wil God ons leren:

  1. Wij zijn hulpeloze zondaars.
  2. Wij kunnen onszelf niet redden van de zonde, Satan en de dood.

D. De voorbereiding voor de verschijning van de Heere op de berg

De Heere was van plan om Zijn grote glorie, macht en heiligheid aan de Israëlieten te laten zien, zodat zij zouden beseffen dat Hij een heilig God is, Die zonde haat en niet de mensen aanneemt die Zijn Woord ongehoorzaam zijn.

(Zie maar in Exodus 19:9-11.)

God vertelde hen om een grens rond de berg te maken. (Zie Exodus 19: 12 en 13) Ze mochten niet te dicht bij de berg komen. Wie de berg aanraakte moest sterven. De straf voor alle zonde is de dood. Dit is omdat God absoluut heilig is en de mens zondig. God zal niets aanvaarden dat niet volkomen is.

God is heilig en rechtvaardig; Hij eist dood als betaling voor zonde

E. God sprak vanaf de berg Sinaï tot Israël

(Exodus 19:16-20)

Het moet ons niet verbazen dat de mensen bang waren toen God tot hen sprak. Het vuur en de aardbeving moesten de Israëlieten laten zien dat God almachtig en heilig is.

F. God sprak en gaf Zijn geboden aan Israël

Nadat Mozes terugkeerde tot de voet van de berg, sprak God tot de Israëlieten vanaf de berg.

In Exodus 20:1 en 2 staat: Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft.

De straf voor ongehoorzaamheid aan zelfs één van de geboden die nu volgde is eeuwige scheiding van God in de poel van vuur, die God voor Satan en z’n engelen bedoeld had.

(Zie les 3 en ook Openbaringen 20:10.)

Overtreding van één gebod staat gelijk aan overtreding van alle geboden. Lees maar wat er staat in Jakobus 2:10.

Jakobus 2:10: Want wie de hele wet in acht neemt, maar op één punt struikelt, die is schuldig geworden aan alle geboden.

De geboden van God zijn als een spiegel. Zoals de spiegel ons laat zien hoe we eruit zien, laten Gods geboden ons zien dat we zondig zijn.

Waarom gaf God Zijn geboden? Hij wilde dat zij zouden beseffen dat ze God niet helemaal (perfect) konden gehoorzamen en dat ze nooit door God aangenomen konden worden door hun best te doen om de wet te houden. God wilde niet alleen dat de Israëlieten dit zouden beseffen, maar álle mensen. God gaf de wet ook zodat de mensen erachter konden komen dat ze alleen op Zijn genade konden vertrouwen.

Maar hoe zit dat nu? Zal God ons aanvaarden als we ons best doen en Hem gehoorzamen zoveel als we kunnen? Kunnen onze ‘goede daden’ zwaarder zijn op de weegschaal dan onze zonden?

Nee, één zonde weegt al zwaarder dan al onze ‘goede werken’!!

Het plaatje hiernaast laat dat principe duidelijk zien. Eén zonde zorgt er al voor dat de draad gebroken wordt.

Hoeveel keer waren Adam en Eva God ongehoorzaam voordat ze van Hem gescheiden werden? Adam en Eva werden al na één zonde gestraft.

God vraagt van ons dat we ALTIJD AL Zijn geboden gehoorzamen. God wil dat alle mensen beseffen dat ze nooit goed genoeg kunnen zijn. Ze kunnen nooit hun best doen om de eeuwige straf te ontvluchten.

Niemand kan Gods geboden helemaal perfect houden omdat iedereen als zondaar geboren is. Zie Romeinen 3:10-12 en 19 en 20.

10 zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één,
11 er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt.
12 Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één.

19 Wij weten nu dat alles wat de wet zegt, zij dat spreekt tot hen die onder de wet zijn, opdat elke mond gestopt wordt en de hele wereld doemwaardig wordt voor God.
20 Daarom zal uit werken van de wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd worden. Door de wet is immers kennis van zonde.

We kunnen God niet op zo’n manier kennen, liefhebben en gehoorzamen dat Hij ons zal aannemen.

De tien geboden zijn dus niet aan ons gegeven om een paar goede leefregels te hebben om zodat God tevreden over ons zou kunnen zijn. Ze zijn er juist om te laten zien dat we vanuit ons zondig mens zijn de wet niet kunnen houden. In onze volgende les zullen we ieder gebod gaan bekijken.

Vragen

  1. Mochten de Israëlieten zelf weten wanneer en waar ze heen gingen?
    Antw. Nee, God nam die beslissingen voor hen.
  2. Het volk Israël werd door God, die hun Verzorger en Leider was, naar de berg Sinaï gebracht. Wat had Mozes daar eerder beleefd?
    Antw. God sprak met Mozes vanuit de brandende braamstruik.
  3. Het volk Israël beloofde om te gehoorzamen. Konden ze dat wel?
    Antw. Nee, ze konden God nooit perfect gehoorzamen.
  4. De Heere wist al van te voren dat Zijn volk Hem niet zou kunnen gehoorzamen. Waarom sloot Hij dan toch een overeenkomst met hen?
    Antw. Om hen te leren dat ze zelf niet gehoorzaam zouden kunnen zijn en dat God ze nooit zou kunnen aannemen omdat ze zo goed waren.
  5. Kunnen wij Gods geboden houden en zo gered worden van de eeuwige straf?
    Antw. Nee, wij kunnen dat ook niet. God wil alleen mensen bevrijden en redden die toegeven dat ze het zelf niet kunnen.
  6. God is heilig. Dat wilde hij aan de Israëlieten laten zien. Wat moesten de Israëlieten doen voordat ze de Heere zouden ontmoeten?
    Antw. God vertelde hen om een grens rond de berg te maken. (Zie Exodus 19:12 en 13.) Ze mochten niet te dicht bij de berg komen. Wie de berg aanraakte moest sterven.
  7. Waren de Israëlieten bang toen God met hen sprak?
    Antw. Ja, er was vuur en een aardbeving. God wilde laten zien dat Hij almachtig en heilig is.
  8. Als de Israëlieten zich aan alle geboden zouden houden, behalve aan één van de tien … wat zou er dan gebeuren?
    Antw. Dan zouden ze gedood moeten worden. De straf op de zonde is de dood, zelfs al is het maar één zonde.

Belangrijk: God gaf ook Zijn wetten, zodat mensen iets zouden kunnen leren van genade. Daar gaan we nog meer van leren!