Een vast fundament
Les 16
God hielp Jozef en bracht Israel naar Egypte
Deze les is ook als film op YouTube te bekijken.
In de laatste les leerden we hoe Jozef verkocht werd en naar Egypte werd gebracht. Hij was als slaaf verkocht. Voor een korte tijd ging alles goed met Jozef in het huis waar hij werkte. De vrouw van zijn baas, van Potifar, vertelde een leugen over Jozef. Daarna werd Jozef onschuldig in de gevangenis gezet. In deze les zullen we zien dat God zijn beloften vervult. We horen en leren dat Jozef een man van geloof was en dat Gods plan altijd doorgaat, ook al zijn de omstandigheden soms moeilijk. God heeft altijd alles in Zijn hand.
De volgende Bijbelgedeelten kunnen vooraf gelezen of naverteld worden, als de geschiedenissen onbekend zijn:
- Jozef vanuit Potifars huis naar de gevangenis: Genesis 39: 1-20
- Dromen van de medegevangenen: Genesis 40:1-23 (zie B)
- Dromen van de farao: Genesis 41:1-8 (zie B), 14-16, 25-32 (zie C)
- Jozefs broers twee maal naar Egypte: Genesis 42 (zie E)
De Bijbelgedeelten die normaliter tussen de leestekst staan, zijn dit keer bovenaan bij de kopjes vermeld. Een klein deel van de Bijbelteksten is als gewoonlijk voluit vermeld vanuit de Herziene Statenvertaling.
A. Jozef bleef vertrouwen op God
Maar Jozef vertrouwde nog steeds God. Zelfs al werd hij gehaat door zijn broers en vals beschuldigd, hij vertrouwde nog steeds op God. Hij vertrouwde op Gods beloften, net als Abraham, Isaäk en Jacob. En God liet Jozef niet in de steek, ook niet toen hij in de gevangenis was. God zorgde voor hem, omdat Hij een prachtig plan had voor het leven van Jozef. Nu Jozef in de gevangenis was, leek het onmogelijk dat hij de leider van zijn familie zou worden, maar God verandert nooit. Hij doet altijd wat Hij belooft.
Thema: God is betrouwbaar; Hij verandert nooit
B. Farao’s dromen
Zie Genesis 40:1-23 en Genesis 41: 1-8.
Op bijzondere manier kwam Jozef uit de gevangenis. Eerst legde Jozef, met Gods hulp, twee dromen uit van medegevangenen. Daarna was het Farao, de koning van Egypte, die twee vreemde dromen had. Toen dat gebeurde, was Jozef nog steeds in de gevangenis.
Farao, de koning van Egypte, kende God niet. De Egyptenaren aanbaden de zon, maan en sterren, sommige dieren en de rivier de Nijl. Maar ook al geloofden zij God niet, God gebruikte deze koning en zijn land toch om Zijn doelen te verwezenlijken. Zie maar wat er in Spreuken 21:1 staat: “Des konings hart is in de hand des HEEREN als waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil.” God is de heerser over alle mensen en volkeren, zelfs al kennen en aanbidden zij Hem niet.
Thema: God is alleen de hoogste Koning - Koning over alles en iedereen
1 Kronieken 29:11 Van U, HEERE, is de grootheid, de macht, de luister, de kracht en de majesteit. Want alles wat in de hemel en op de aarde is, is van U. Van U, HEERE, is het Koninkrijk, en U hebt Zich verheven tot een Hoofd boven alles.
C. Jozef legde de dromen van Farao uit
Genesis 41:14-16, 25-32.
Jozef werd uit de gevangenis gehaald, omdat men van hem zei, dat hij dromen uit kon leggen. Jozef benadrukte dat hij zelf geen dromen kon uitleggen, maar dat alleen God dat kan.
Genesis 41:16 Jozef antwoordde de farao: Dat is niet aan mij, maar God zal antwoorden wat het welzijn van farao dient.
God gaf Jozef de uitleg, zodat de Farao zou weten wat er in het land zou gaan gebeuren. Er zou een grote hongersnood komen, maar eerst zouden er zeven jaren komen waarin het land telkens een uitzonderlijk grote oogst zou opbrengen.
D. Jozef werd onderkoning gemaakt
Ook al was Jozef door moeilijk ervaringen gegaan, de Heere had alles in de hand. De Heere had Jozef niet vergeten. Eerst zat hij in de gevangenis en nu werd hij onderkoning gemaakt. Luister maar:
Genesis 41
38 Daarom zei de farao tegen zijn dienaren: Zouden wij ooit iemand kunnen vinden als deze man, in wie de Geest van God is?
39 Daarop zei de farao tegen Jozef: Aangezien God u dit alles heeft bekendgemaakt, is er niemand zo verstandig en wijs als u.
40 U zult zelf over mijn huis gaan en heel mijn volk zal uw bevel eerbiedigen; alleen wat de troon betreft, zal ik meer aanzien hebben dan u.
41 Verder zei de farao tegen Jozef: Zie, ik stel u hierbij aan over heel het land Egypte.
God haalde Jozef uit de gevangenis en gaf hem een heel belangrijke baan/functie zoals God Jozef had laten zien in zijn dromen.
Handelingen 7
9 En de aartsvaders, die jaloers waren, verkochten Jozef zodat hij naar Egypte gebracht werd. Maar God was met hem
10 en verloste hem uit al zijn verdrukkingen, en Hij gaf hem genade en wijsheid tegenover de farao, de koning van Egypte; en die stelde hem aan als bestuurder over Egypte en over heel zijn huis.
Thema: God is betrouwbaar; Hij verandert nooit
E. De broers van Jozef kwamen naar Egypte voor voedsel
Genesis 37:5-11.
De hongersnood die in Egypte heerste, strekte zich uit tot Kanaan, het land waar Jozefs vader Jakob en zijn elf broers woonden. In Genesis 42:1-3 staat:
1 Toen Jakob zag dat er koren in Egypte was, zei Jakob tegen zijn zonen: Waarom kijken jullie elkaar aan?
2 Verder zei hij: Zie, ik heb gehoord dat er koren in Egypte is; trek erheen en koop daar koren voor ons, zodat wij in leven blijven en niet sterven.
3 Toen vertrokken tien broers van Jozef om koren uit Egypte te kopen.
6 En Jozef – hij was de machthebber over dat land; hij verkocht koren aan de hele bevolking van het land. De broers van Jozef kwamen en bogen zich voor hem neer met het gezicht ter aarde.
Heel belangrijk is dat er staat, dat zijn broers bogen! Dat is precies wat Jozef gedroomd had, jaren geleden! Jozefs broers herkenden Jozef niet, maar Jozef herkende hen wel!
Genesis 37
5 Ook had Jozef een droom, die hij aan zijn broers vertelde; daarom haatten zij hem nog meer.
6 Hij zei tegen hen: Luister toch naar deze droom die ik gehad heb.
7 Zie, wij waren midden op de akker schoven aan het binden; en zie, mijn schoof stond op en bleef ook overeind staan. En zie, jullie schoven kwamen om hem heen staan en bogen zich voor mijn schoof neer.
8 Toen zeiden zijn broers tegen hem: Wil je dan soms over ons regeren? Wil je dan soms over ons heersen? Daarom haatten zij hem nog meer, vanwege zijn dromen en vanwege zijn woorden.
9 Hij kreeg nog een andere droom, en vertelde ook die aan zijn broers. Hij zei: Zie, ik heb weer een droom gehad; en zie, de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer.
10 Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers vertelde, bestrafte zijn vader hem en zei tegen hem: Wat is dat voor een droom die je gehad hebt? Moeten wij, namelijk ik, je moeder en je broers, soms naar je toe komen om ons voor jou ter aarde neer te buigen?
11 Zijn broers waren jaloers op hem, maar zijn vader hield de zaak in gedachten.
Opnieuw liet God gebeuren wat Hij Jozef had laten zien in zijn dromen. Zijn broers bogen echt voor hem!
Thema: God is betrouwbaar; Hij verandert nooit
F. Jozef vertelde wie hij echt was
Genesis 43:1,2 en Genesis 45:3-9.
Later, nadat hij zijn broers getest had omdat Jozef wilde weten of ze veranderd waren, vertelde hij wie hij echt was. Jozef huilde daarbij. In plaats van z’n broers slecht te behandelen, legde Jozef z’n broers uit dat God alles in handen had en dat Hij het gemene en verkeerde van z’n broers had gebruikt om de familie van de hongerdood te redden.
G. Israël (Jacob) ging naar Egypte
Met het goede nieuws dat Jozef nog leefde gingen de broers terug naar Kanaän. Eerst wilde de oude vader Jacob niet geloven dat zijn zoon nog leefde. Maar al snel liet hij zich overtuigen.
Genesis 45
25 Zij trokken weg uit Egypte en kwamen weer bij hun vader Jakob in het land Kanaän.
26 Toen vertelden zij hem: Jozef leeft nog! Hij is zelfs heerser over heel het land Egypte! Toen bezweek zijn hart, want hij geloofde hen niet.
27 Maar toen zij hem alle woorden overgebracht hadden die Jozef tot hen gesproken had, en toen hij de wagens zag die Jozef gestuurd had om hem te vervoeren, leefde de geest van hun vader Jakob op.
28 En Israël zei: Genoeg! Mijn zoon Jozef leeft nog! Ik zal gaan, ik wil hem zien voordat ik sterf.
De nakomelingen van Jacob, of Israël, werden nu de Israëlieten genoemd.
God weet wat er gaat gebeuren: God houdt Zich altijd aan Zijn beloften. Al vele jaren daarvoor had God Abraham verteld dat zijn nakomelingen naar een ander land zouden gaan.
Genesis 15:13: Toen zei God tegen Abram: Weet wel dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet van hen is; zij zullen hen dienen en men zal hen vierhonderd jaar onderdrukken.
Dit Bijbelvers noemt niet alleen de verhuizing naar een ander land, maar ook een verdrukking, die 400 jaar zou gaan duren. Daarover gaan we het in de volgende les hebben. Alles wat God in Zijn Woord ons gezegd heeft, zal gebeuren.
- God houdt zich aan Zijn woord.
- Hij is nog steeds de machtige alleenheerser, de God Die wil dat mensen Hem geloven.
- God is almachtig.
Vragen
-
Wie gaf Jozef de woorden om de dromen en hun uitleg aan de farao te vertellen?
antw. Dat deed God. -
God had Jozef ook dromen gegeven, toen hij nog bij zijn vader thuis woonde. Dat wat hij gedroomd had, gebeurde dat ook?
antw. Ja, de Heere gaf Jozef de wijsheid om de dromen van de farao uit te leggen, daardoor kreeg Jozef de belangrijkste leidersfunctie in dienst van deze farao. -
Waarom ging vader Jacob naar Egypte met heel de familie (Israëlieten)?
antw. 4x
a. Omdat Jacob gehoord had dat Jozef in Egypte was.
b. Omdat in Egypte genoeg eten was.
c. Omdat de farao Jacob uitnodigde om in Egypte te komen wonen.
d. Omdat God vroeger al voorzegd had dat dit zou gebeuren. -
Hoe werden de nakomelingen van Abraham, Isaäk en Jacob genoemd?
antw. Zij werden de kinderen van Israël of Israëlieten genoemd.