Een vast fundament
Les 12
God verstrooide de opstandelingen van de toren van Babel en koos Abraham uit
Deze les is ook als film op YouTube te bekijken.
De Bijbel is een geweldig boek.
Het heeft de antwoorden op de belangrijkste levensvragen.
Ook vertelt het de geschiedenis van het menselijk geslacht (de mensheid).
Heb je je bijvoorbeeld ooit afgevraagd waarom mensen over de gehele wereld zoveel verschillende talen spreken? De Bijbel heeft het antwoord. We gaan daar in deze les naar kijken.
God vertelt ons hoe één volk veranderde in verschillende volken
In Genesis 10 wordt verslag gedaan van de nakomelingen van Noach. Ook onze voorvaderen vinden we daar!
En in Genesis 11 zijn er alweer vele jaren voorbij gegaan sinds God Noach en z'n gezin en de dieren van de vloed gered had. Er waren weer veel mensen op de aarde. In Genesis 11:1-4 staat:
1 Heel de aarde had één taal en eendere woorden. 2 En het gebeurde, toen zij naar het oosten trokken, dat zij een vlakte in het land Sinear vonden. Daar gingen zij wonen. 3 En zij zeiden allen tegen elkaar: Kom, laten wij kleiblokken maken en die goed bakken! En de kleiblokken dienden hun tot steen en het asfalt diende hun tot leem. 4 En zij zeiden: Kom, laten wij voor ons een stad bouwen, en een toren waarvan de top in de hemel reikt, en laten we voor ons een naam maken, anders worden wij over heel de aarde verspreid!
De meeste nakomelingen van Noach vergaten al gauw het verschrikkelijke oordeel van God over de aarde door middel van de watervloed. Bewust wilden ze niet denken aan wat God wilde. Ook hielden ze geen rekening met Hem. Ze wisten dat het Gods opdracht was om zich over de aarde te verspreiden. Maar ze deden dat niet.
Genesis 9:1 Toen zegende God Noach en zijn zonen en Hij zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk en vervul de aarde!
God wist dat ze Hem en Zijn wil zouden vergeten als ze allemaal bij elkaar zouden blijven wonen.
De meeste mensen wilden de Heere niet geloven zoals Abel, Seth en Noach. Ze waren onder de macht (heerschappij) van Satan en dachten zoals Satan. Ze wilden zèlf belangrijk zijn, ze wilden zèlf beslissen hoe ze zouden leven. Ze hadden geen interesse voor God. Ze wìlden Hem niet kennen en vertrouwen.
Thema: De mens is een zondaar; hij heeft God nodig en kan zichzelf niet redden.
Onder deze mensen waren onze voorouders.
Ze hadden over de vloed gehoord en wisten dat God hun Schepper was, maar ze erkenden God niet. Ze wilden niet toegeven dat God bestaat. Expres keerden ze zich van God af en van Zijn waarheid. Satan leidde onze voorouders in opstand tegen God en tegen Zijn wil. Dit gebeurde misschien wel zonder dat de mensen het zelf in de gaten hadden.
Satan wil dat mensen valse goden aanbidden.
De bouwers van Babel dachten niet aan God. Ze hadden God moeten grootmaken (eren, lof brengen), niet zichzelf.
God zag hen
Was God geïnteresseerd in deze opstandige mensen? Zag Hij hen? Kende Hij hun gedachten en plannen? Maakte het Hem uit wat ze deden?
We lezen in Genesis 11:5:
Toen daalde de HEERE neer om de stad en de toren te zien die de mensenkinderen aan het bouwen waren.
Ja, de Heere was in hen geïnteresseerd, zelfs al hadden ze Hem vergeten. God ziet alle mensen overal.
Thema: God is altijd overal; Hij weet alles.
Lees wat er in Spreuken 15:3 staat:
De ogen van de HEERE zijn op elke plaats: ze slaan slechte en goede mensen gade.
God is in iedere persoon geïnteresseerd. Hij weet ook alles van jou en mij. Hij is onze Schepper. Ieder mens is Gods eigendom, ook degenen die zich afkeren van Hem.
Zie ook Ezechiël 18:4:
Zie, alle mensenlevens behoren Mij toe. Zowel het leven van de vader als het leven van de zoon, die behoren Mij toe. De mens die zondigt, die zal sterven.
God verstrooide hen
Kan iemand tegen God vechten en winnen? Nee! Weet je nog wat er met Satan gebeurde toen hij in de hemel was en probeerde tegen God te vechten? Hij kreeg straf, hij werd de hemel uit gezet. Zie les 3.
Jesaja 14:13-14: En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste.
En Adam en Eva, Kaïn en de mensen in de tijd van Noach verloren ook in hun gevecht tegen God. Wat denk je dat er in deze tijd gebeurde? Wonnen Satan en de mensen? Nee. Niemand kan tegen God vechten en winnen.
Thema: God is een superieure alleenheerser.
Nu gaan we lezen hoe God met de situatie omging.
In Genesis 11:6-9 staat:
6 en de HEERE zei: Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn.
7 Kom, laten Wij neerdalen en laten Wij hun taal daar verwarren, zodat zij geen van allen elkaars taal zullen begrijpen.
8 Zo verspreidde de HEERE hen vandaar over heel de aarde, en zij hielden op met het bouwen van de stad.
9 Daarom gaf men haar de naam Babel; want daar verwarde de HEERE de taal van heel de aarde, en vandaar verspreidde de HEERE hen over heel de aarde.
Opnieuw beslissen God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest samen (vers 7: “Wij”).
De Heere zorgde ervoor dat de mensen verschillende talen gingen spreken. De mensen begrepen elkaar niet meer. Groepen mensen die wel dezelfde taal spraken, vertrokken met elkaar naar verschillende delen van de aarde. Zo verspreidden de mensen zich over de aarde.
Dit was Gods originele plan: dat de mensen de hele aarde zouden bewonen en niet maar één gebied.
Zie onder andere Genesis 9:1. Toen zegende God Noach en zijn zonen en Hij zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk en vervul de aarde!
Er waren maar weinig mensen die de enige, echte (waarachtige) God aanbaden, de meesten keerden zich van God af.
Eventueel moment om de les te onderbreken
Abram was een nakomeling van Sem
Sem was één van de drie zonen van Noach. Hij trouwde en kreeg kinderen, die kinderen gingen weer trouwen en zo ging het maar door… totdat uit die familie Abram geboren werd. (10 Generaties worden er in de Bijbel genoemd.)
Abram was één van de mensen die de echte (waarachtige) God aanbad.
Abram woonde dichtbij de plek waar de mensen begonnen waren om de grote toren van Babel te bouwen.
Genesis 11:27-30:
27 Dit zijn de afstammelingen van Terah: Terah verwekte Abram, Nahor en Haran; en Haran verwekte Lot.
28 Haran stierf tijdens het leven van zijn vader Terah, in zijn geboorteland, in Ur van de Chaldeeën.
29 En Abram en Nahor namen zich vrouwen; de naam van Abrams vrouw was Sarai, en de naam van Nahors vrouw was Milka, een dochter van Haran, de vader van Milka en Jiska.
30 Sarai nu was onvruchtbaar; zij had geen kind.
Later in de lessen zullen we zien dat de namen van Abram en en zijn vrouw Saraï veranderden.
Abram en Saraï hadden geen kinderen. We lezen in de Bijbel dat Terah, de vader van Abram, vertrok van Ur en naar Haran reisde. (Deze Terah was ook de vader van Saraï.) Terah nam Abram en Saraï mee en hij nam ook z’n kleinzoon Lot mee, omdat Lots vader in Ur was gestorven.
Terah was van plan naar Kanaän te gaan, maar ze kwamen maar tot Haran, waar Terah stierf. Je kan het op het kaartje zien.
Genesis 11:31 En Terah nam Abram, zijn zoon, en Lot, zijn kleinzoon, de zoon van Haran, en Sarai, zijn schoondochter, de vrouw van zijn zoon Abram, en zij trokken met hen uit Ur van de Chaldeeën om naar het land Kanaän te gaan; en zij kwamen tot Haran en bleven daar wonen. 32 De dagen nu van Terah waren tweehonderdvijf jaar, en Terah stierf in Haran.
God riep en beval Abram
In Genesis 12:1 staat: De HEERE nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal.
God riep Abram om z’n eigen land te verlaten en in het land Kanaän te gaan.
Zie ook Handelingen 7
2 En hij zei: Mannenbroeders en vaders, luister! De God der heerlijkheid verscheen aan onze vader Abraham, toen hij nog in Mesopotamië was, voordat hij in Haran woonde,
3 en Hij zei tegen hem: Ga uit uw land en uit uw familie en kom naar een land dat Ik u wijzen zal.
God sprak direct tot Abram om hem te vertellen wat hij moest doen.
De Bijbel was toen nog niet geschreven. Vandaag spreekt God door de Bijbel tot ons. (Zie les 1.)
Thema: God communiceert met de mens.
Waar Abram woonde, in Mesopotamië, aanbaden de mensen afgoden. Ze dienden niet de enige echte God, maar eigen bedachte “goden”. Ze vertrouwden God hun Schepper niet.
Jozua 24:2 Toen zei Jozua tegen heel het volk: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Aan de overzijde van de rivier hebben uw vaderen van oude tijden af gewoond, namelijk Terah, de vader van Abraham, en de vader van Nahor; en zij hebben andere goden gediend.
De Bijbel vertelt ons dat de vader van Abram, Terah, een afgodendienaar was. Was Abram ook een zondaar? Ja, hij was ook een nakomeling van Adam. Maar Abram geloofde God. Hij kwam tot God op de manier die God gezegd had. Hij geloofde God en Zijn beloften.
Thema: De mens is een zondaar; hij heeft God nodig en kan zichzelf niet redden.
Gods plan met Abram kon niet uitgevoerd worden wanneer hij tussen zijn buren, die afgodendienaars waren, bleef wonen. Hij moest z’n thuisland verlaten. Hij moest naar het land gaan waar God hem heen zou leiden. God had het recht om Abram te vertellen wat hij moest doen.
Thema: God is een superieure alleenheerser.
Gods beloften aan Abram
Onze voorouders, de nakomelingen van Noach, hadden zich met opzet, expres van God afgekeerd. Ze aanbaden de dingen die God had geschapen in plaats van God Zélf.
Romeinen 1:23-25.
23 en hebben zij de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren.
24 Daarom ook heeft God hen in de begeerten van hun hart overgegeven aan de onreinheid om hun lichamen onder elkaar te onteren.
25 Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen.
Ze kwamen in opstand tegen Hem door de toren van Babel te gaan bouwen.
Ondanks dit alles verliet God niet Zijn plan om de mensen van Satans macht en van de eeuwige straf te redden.
Thema: God is liefdevol en genadig.
Thema: God is betrouwbaar; Hij verandert nooit.
Niemand kan God stoppen om Zijn plannen uit te voeren. God is nog steeds Dezelfde als toen. Hij is nog steeds genadig, liefhebbend. Hij heeft Zijn plan niet vergeten om mensen van de eeuwige straf te redden. Hij wil dat iedereen gered wordt.
Zie 2 Petrus 3:9 De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen.
Abrams roeping was de volgende stap van God om Zijn plan uit te voeren om de mensen van de macht van Satan te bevrijden.
Laten we Gods beloften aan Abram gaan lezen:
Genesis 12:2 Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn.
Ook al hadden Abram en Saraï geen kinderen, toch beloofde God aan Abram dat hij de vader van een groot volk zou worden. God beloofde ook dat Hij Abram zou beschermen en zou zegenen en dat door hem ook anderen hulp en zegen zouden ontvangen. God zou iedereen straffen die Abram niet goed zou behandelen.
Laten we het laatste gedeelte van vers 3 bekijken: "...en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden." Dit is de grootste belofte die God aan Abram gaf, omdat het over de Verlosser gaat. Weet je nog dat God in de tuin van Eden beloofd had dat Hij een Verlosser zou sturen die Satans macht ongedaan zou maken? God beloofde nu dat één van Abrams nakomelingen de Verlosser zou zijn!
Genesis 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.
Galaten 3:14 opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof.
Alle families van de aarde zouden gezegend worden door Abrams Nakomeling. De Verlosser die God beloofde te sturen, was voor alle mensen in alle delen van de wereld.
Johannes 3:16 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Abram geloofde en gehoorzaamde God
Denk eraan dat Abram in een wereld woonde waar de mensen afgodendienaars waren en zondig leefden en dat hij uit een familie kwam die God niet aanbad. En Abram en Saraï waren nog steeds zonder kinderen. Ondanks dit alles geloofde Abram God.
Abram geloofde dat God de Verlosser zou sturen en dat de Verlosser één van zijn nakomelingen zou zijn. Abram geloofde Gods Woord.
Thema: De mens moet geloof hebben om bij God te kunnen komen en behouden te worden.
In Genesis 12:4 en 5 staat: 4 Toen ging Abram op weg, zoals de HEERE tot hem gesproken had, en Lot ging met hem mee. Abram was vijfenzeventig jaar oud, toen hij uit Haran vertrok. 5 Abram nu nam Sarai, zijn vrouw, en Lot, de zoon van zijn broer, en al hun bezittingen die ze verworven hadden, en de mensen die zij in Haran verkregen hadden; en zij gingen weg om naar het land Kanaän te gaan; en zij kwamen in het land Kanaän.
Het was niet niets voor Abram om deze reis te gaan maken. Hij was een rijke man en moest veel meenemen. Hij woonde eerst in een grote stad, vast in een heel mooi huis. Er waren er geen navigatiesystemen (TomTom’s) of landkaarten waar hij op kon kijken. Toch besloot Abram om te gaan, omdat hij God geloofde.
Lot, Abrams neef, ging ook met Abram en Saraï mee. Lot geloofde God ook en vertrouwde in Zijn beloften.
Zie 2 Petrus 2:7 ... en als God de rechtvaardige Lot, die leed onder de losbandige levenswandel van normloze mensen, verlost heeft...
De Here leidde Abram naar Kanaän, het land dat Hij hem beloofd had. De rest van zijn leven heeft Abram in tenten gewoond.
Thema: God is betrouwbaar; Hij verandert nooit.
Moeite tussen Lots en Abrams herders
In de Bijbel staat dat de herders van Abram en Lot ruzie kregen, omdat ze allebei veel schapen hadden. Lot, de neef van Abram, was ook rijk. Maar Abram had een idee. Ze zouden ieder naar een ander stuk land gaan. Lot keek rond om z’n keuze te maken, hij koos het vruchtbare land waarvan hij dacht dat het goed zou zijn voor zijn dieren. Lot dacht er waarschijnlijk aan hoe hij rijker kon worden, maar er gebeurden verschrikkelijke dingen als gevolg van deze keuze.
Genesis 13
5 Lot, die met Abram meeging, had ook kleinvee en runderen en tenten.
6 En dat land liet het niet toe dat zij bij elkaar woonden, want zij hadden veel bezittingen, zodat zij niet bij elkaar konden wonen.
7 Er ontstond dan ook onenigheid tussen de herders van het vee van Abram en de herders van het vee van Lot. Bovendien woonden in die tijd de Kanaänieten en de Ferezieten in dat land.
8 En Abram zei tegen Lot: Laat er toch geen onenigheid zijn tussen mij en jou, en tussen mijn herders en jouw herders. Wij zijn immers mannen die broeders zijn!
9 Ligt heel het land niet voor je open? Scheid je toch van mij af: als jij naar links gaat, dan zal ik naar rechts gaan, en als jij naar rechts gaat, dan zal ik naar links gaan.
10 En Lot sloeg de ogen op en zag dat heel de Jordaanvlakte rijk aan water was; voordat de HEERE Sodom en Gomorra te gronde gericht had, was zij in de richting van Zoar als de hof van de HEERE, als het land Egypte.
11 Daarom koos Lot voor zichzelf heel de Jordaanvlakte en Lot trok naar het oosten; en zij werden van elkaar gescheiden.
12 Abram woonde in het land Kanaän; en Lot woonde in de steden in de vlakte en zette zijn tenten op tot bij Sodom.
13 De mannen van Sodom waren echter slecht en grote zondaars tegenover de HEERE.
Ook in onze tijd lijkt het ook belangrijk om je werk en je school zo te kiezen, dat je steeds rijker zult worden.
Rijk zijn is niet verkeerd, als je denkt aan Wie God is en wat Hij graag wil. Wat heb je eraan als je hier op aarde van alles hebt wat je fijn en leuk vindt, maar als je naar de hel gaat als je sterft?
Abram ging naar de minder goede grond, Lot koos de vruchtbare grond.
In de ogen van mensen lijkt Abram de verliezer, maar God weet de waarheid.
In de buurt waar Lot zich ging wonen, waren twee steden: Sodom en Gomorra. Deze steden waren heel goddeloos. De mensen die daar woonden wilden niets van God weten. Ze dachten alleen aan zichzelf en aan de kwade dingen die ze doen wilden.
Lukas 17:28 Op dezelfde manier ook, zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden...
God wist al deze dingen al. Hij zou het Lot duidelijk hebben gemaakt als Hij God gevraagd had. Maar in plaats om eerst aan God te vragen, deed Lot wat hemzelf het beste leek en zo deed hij een stap weg van God.
Al dachten de mensen in Sodom en Gomorra totaal niet aan God, God zag hen wel. Hij was hun Schepper.
Thema: God is altijd overal; Hij weet alles.
Lot maakte een keuze die in alles voor hemzelf het beste leek. Als hij het maar fijn en goed zou hebben. Maar Abram gehoorzaamde God. Abram geloofde dat God alles zou doen wat Hij beloofd had.
In onze volgende lessen gaan we kijken hoe het verder ging met Abram en Lot en Sodom en Gomorra.
Vragen
-
Na de watervloed / zondvloed bleven de mensen bij elkaar wonen. Was dat ook wat God gezegd had dat ze moesten doen?
God had gezegd dat de mensen zich over de aarde moesten verspreiden/verdelen. -
Wat voor zondig plan maakten deze mensen? (Wat gingen ze bouwen en waarom?)
De mensen wilden een grote toren maken, ze wilden zelf belangrijk zijn.
Ze wilden zelf eer ontvangen in plaats van dat ze God gingen eren. -
God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest zagen wat de mensen in Babel deden. Ziet deze God ook jou en mij?
God ziet alle mensen, altijd en overal. -
De mensen in Babel wilden expres niet naar God luisteren of aan Hem denken. Wie is er in zo’n gevecht sterker, de mens of God?
Als je je tegen God verzet, verlies je het altijd. -
Hoe komt het dat er op de aarde verschillende talen worden gesproken? (ken je een paar woorden in een andere taal?)
De Heere God (Vader, Zoon, Heilige Geest) maakte de enige taal op aarde in de war. God liet de mensen allemaal verschillende talen spreken. -
Abram kwam uit de familie van Sem en woonde in de buurt van de toren van Babel. Dienden de mensen in Abrams omgeving de Heere God? En Abrams vader, diende hij God?
Nee, de mensen en ook Abrams vader dienden afgoden. -
Gelukkig maar dat God de mensen niet in de steek liet. God maakte Zich aan Abram bekend. Doet Hij dat ook nog in onze tijd?
Ja, in Zijn Woord, in de Bijbel maakt God zich aan ons bekend. Hij zoekt op deze manier contact met de mensen, met jou en met mij. -
God beloofde dat Abram en Saraï een kind zouden krijgen en dat via dat beloofde kind de Verlosser zou komen. Geloofde Abram dat?
Abram geloofde Gods Woord. -
Lot dacht er vooral aan, hoe hijzelf rijk kon worden. Wat had hij beter kunnen doen dan aan zichzelf te denken?
Eerst aan God vragen of het wel een goede keuze zou zijn om zo dichtbij die goddeloze steden te gaan wonen. -
Als God iets belooft, gebeurt het dan altijd?
God is altijd betrouwbaar, wat Hij zegt, gebeurt echt!