Een vast fundament
Les 4
God schiep de hemelen en de aarde
Deze les is ook als film op YouTube te bekijken.
Opmerking vooraf aan de ouders: De meeste teksten worden cursief vermeld. Je kan afhankelijk van wat je kind kan opnemen en begrijpen ervoor kiezen om ze allemaal te lezen, sommige op te zoeken in de Bijbel, of ze niet voor te lezen, en dan je kinderen eenvoudig vertellen dat het allemaal in de Bijbel terug te vinden is.
Ken je dit gedichtje dat over Gods scheppingswerk gaat?
De eerste dag schiep God het licht.
De tweede dag heeft Hij de dampkring ingericht.
De derde dag schiep Hij gras, kruid en bomen.
De vierde dag deed Hij de hemellichten komen.
De vijfde dag zijn vis en vogels voortgebracht.
De zesde dag het vee en ’t menselijk geslacht.
De zevende dag rustte de Heere.
Als je het nog niet kent is het een goed idee om dit deze week te leren.
Hoe begon de aarde en het leven? Over de hele wereld verspreid zijn daar allerlei bedenksels over.
- Er zijn mensen die geloven dat er vroeger geen mensen waren, maar dat die zijn gekomen door apen (evolutietheorie).
- Of dat de aarde miljoenen jaren geleden is ontstaan zomaar door een knal (oerknaltheorie).
- Er zijn ook mensen die zeggen: de aarde en de mensen waren er altijd al (steady-state theorie).
In deze les gaan we kijken wat God ons in de Bijbel vertelt over de schepping. God is nooit van gedachten veranderd over Zijn verslag van de schepping. Genesis is een oud boek, maar zelfs in het Nieuwe Testament vinden we terug wat in Genesis staat over de schepping. Genesis betekent: begin.
In het begin schiep God de hemel en de aarde
Zoek maar op in je Bijbel, op de eerste bladzijde:
Genesis 1:1 In het begin schiep God de hemel en de aarde.
Deze tekst hebben we al eerder opgezocht. We lezen hier over “begin”. Alles heeft een begin, behalve God Zelf (zie ook les 1).
Had de Heere God dingen of gereedschappen nodig om de hemel en de aarde te maken? Als je een tafel wilt maken, heb je bijvoorbeeld een houten plaat nodig en schroeven en tafelpoten. Maar God maakte de hemel en aarde uit niets. Iets uit niets maken noemen we “scheppen”. God hoefde alleen maar te spreken en het was er precies zoals Hij wilde.
Hebreeën 11:3 Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is.
God had niemand nodig die Hem moest leren om de hemel en de aarde te maken. Er is niets wat God niet weet en begrijpt.
Romeinen 11:33-34 O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?
In Genesis 1:2 staat dat de aarde woest en leeg was. Maar God ging de aarde vormen en vullen. Er was duisternis op de aarde en de aarde was bedekt met water. Er was geen leven op aarde.
Genesis 1:2 De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.
Weet je nog van het gedichtje waarmee we de les begonnen?
Je weet van het vertellen uit de kinderbijbel en misschien van de geschiedenissen op school hoe God alles heeft gemaakt in zes dagen. Je kunt het lezen uit de Bijbel zelf:
Genesis 1
1 In het begin schiep God de hemel en de aarde.
2 De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.
3 En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht.
4 En God zag het licht dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis.
5 En God noemde het licht dag en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.
6 En God zei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water!
7 En God maakte dat gewelf en maakte scheiding tussen het water dat onder het gewelf is, en het water dat boven het gewelf is. En het was zo.
8 En God noemde het gewelf hemel. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag.
9 En God zei: Laat het water dat onder de hemel is, in één plaats samenvloeien en laat het droge zichtbaar worden! En het was zo.
10 En God noemde het droge aarde en het samengevloeide water noemde Hij zeeën; en God zag dat het goed was.
11 En God zei: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde! En het was zo.
12 En de aarde bracht groen voort, zaaddragend gewas naar zijn soort en bomen die vrucht dragen waarin hun zaad is, naar hun soort. En God zag dat het goed was.
13 Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de derde dag.
14 En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren!
15 En laten zij tot lichten zijn aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde! En het was zo.
16 En God maakte de twee grote lichten: het grote licht om de dag te beheersen en het kleine licht om de nacht te beheersen; en ook de sterren.
17 En God plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde,
18 om de dag en de nacht te beheersen en om scheiding te maken tussen het licht en de duisternis. En God zag dat het goed was.
19 Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag.
20 En God zei: Laat het water wemelen van wemelende levende wezens; en laten er vogels boven de aarde vliegen, langs het hemelgewelf!
21 En God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens waarvan het water wemelt, naar hun soort, en alle gevleugelde vogels naar hun soort. En God zag dat het goed was.
22 En God zegende ze en zei: Wees vruchtbaar, word talrijk, en vervul het water van de zeeën; en laten de vogels talrijk worden op de aarde!
23 Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vijfde dag.
24 En God zei: Laat de aarde levende wezens naar hun soort voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren van de aarde, naar zijn soort! En het was zo.
25 En God maakte de wilde dieren van de aarde naar hun soort, het vee naar hun soort, en alle kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort. En God zag dat het goed was.
26 En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen!
27 En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.
28 En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!
29 En God zei: Zie Ik geef u al het zaaddragende gewas dat op heel de aarde is, en alle bomen waaraan zaaddragende boomvruchten zijn; dat zal u tot voedsel dienen.
30 Maar aan al de dieren van de aarde, aan alle vogels in de lucht en aan al wat over de aarde kruipt, waarin leven is, heb Ik al het groene gewas tot voedsel gegeven. En het was zo.
31 En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag.
1e dag: Licht
God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest waren alle drie betrokken bij de schepping.
Genesis 1:26 "Laat Ons mensen maken naar ons beeld"
Genesis 1:3 En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht.
Alleen God kon licht maken door alleen maar te spreken. Het licht dat God maakte was erg goed. Alles wat God maakte was goed.
Psalm 18:30 Gods weg is volmaakt.
Dit was de eerste dag in het begin van de wereld. (Let op: de zon werd later geschapen.)
2e dag: Dampkring ingericht
Hier zien we een plaatje van de aarde zoals die nu eruit ziet. De dampkring is een soort beschermlaag die om de aardbol zit. Het beschermt ons voor de hitte van de zon, maar laat wel het licht van de zon door.
Op de tweede dag schiep God de lucht en de hemel. De hemel is datgene wat wij zien.
Toen God de wereld maakte, was de aarde bedekt met water. Op de tweede scheppingsdag werd dit water gescheiden: een deel bleef achter op de aarde en een ander deel werd geplaatst hoog boven de planeet, misschien als een damp. De lucht tussen deze twee wateren wordt "het uitspansel" of de dampkring genoemd.
De Bijbel vertelt ons dat de aarde in het begin bevochtigd werd door een mist. Het leven op aarde in het begin was anders dan nu... Later zullen we zien dat dit verandert.
3e dag: Droge grond, gras, kruid en bomen
God gaf het water bevel om plaats te maken voor droge grond. En op die droge grond maakte hij bloemen, planten en bomen. Niet omdat Hij die Zelf nodig heeft. Hij heeft ze gemaakt voor ons. Zodat wij van sommige kunnen eten, zodat er hout is om te gebruiken voor huizen, meubels. De planten geven zuurstof die de mens nodig heeft om te leven.
Hij heeft de bomen en bloemen zo gemaakt, dat er weer nieuwe kunnen komen. Door de zaadjes die verspreid worden. Denk aan een paardenbloem, een eikel, stuifmeel.
Hij maakte de aarde niet alleen om op te leven, maar ook heel mooi.
1 Timotheus 6:17: "de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten”.
Er waren geen doornen en onkruid. Er waren geen giftige vruchten. In het begin was alles perfect omdat God perfect is.
4e dag: De hemellichten komen
Op de eerste dag heeft God al licht gemaakt. Op de vierde dag maakt hij voor ons twee bijzondere lichten aan de hemel: de zon en de maan.
Ook komen er sterren, planeten ... zo ver als we met grote verrekijkers kunnen kijken en veel verder zijn er rondom de aarde allerlei “hemellichamen”.
Zo weten we precies of het dag is of nacht. En ook kunnen we aan de stand van de sterren en planeten maanden, jaren, enzovoorts, vaststellen.
Zie je dat de Heere een God is van orde? Een Man van de tijd?
1 Korinthe 14
33 Want God is geen God van wanorde, maar van vrede (dat is, orde).
40 Laat alle dingen op een gepaste wijze en in goede orde gebeuren.
Psalm 104:19 Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden, de zon weet wanneer hij ondergaat.
Psalm 19
2 De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.
3 De ene dag spreekt overvloedig tot de andere, de ene nacht geeft kennis door aan de andere.
4 Geen spreken is er, geen woorden zijn er, hun stem wordt niet gehoord.
5 Hun richtlijn gaat uit over heel de aarde, hun boodschap tot aan het einde van de wereld.
5e dag: Vis en vogels voortgebracht
Net als met de planten, schiep God heel veel soorten waterdieren en vogels met allerlei kleuren en vormen. Opnieuw de vraag: Waarom schiep God zoveel soorten met zoveel kleuren? Waarom is alles niet zwart-wit gemaakt? Hij deed het om Zijn liefde en macht aan ons te laten zien.
En alles was goed, perfect, volmaakt.
6e dag: Vee en ’t menselijk geslacht
God schiep een groot aantal dieren. Ieder soort dier kan alleen dieren voortbrengen zoals het zelf is.
God zorgde ervoor dat sommige planten en sommige dieren eetbaar waren. God had ervoor kunnen kiezen dat alles zou smaken naar lever. Enkelen vinden dat misschien wel lekker, maar we weten allemaal dat er mensen zijn die erg teleurgesteld zouden zijn. God creëerde niet alleen eindeloos veel smaken, maar hij voorzag ons ook van smaakpapillen die de fijne nuances van de grote varieteit aan kookstijlen zouden kunnen waarderen. God heeft niet alleen de kracht om grenzeloos te varieren, Hij combineerde die kracht met liefde.
We kunnen veel over God leren door naar de dingen te kijken die Hij gemaakt heeft, maar we kunnen pas tot een echt begrip over God en Zijn schepping komen als we Zijn Woord lezen. Hebreeën 11:3 zegt: "Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid."
7e dag: Rusten
De zevende dag rustte de Heere.
De Bijbel: oud maar het klopt precies
Heel vroeger dachten de mensen dat de aarde plat was en dat als je ver ging varen, tot het randje, dat je er misschien wel vanaf zou vallen.
God heeft alles geschapen. Heel lang wisten de mensen dingen niet, omdat ze het niet konden zien. Omdat er geen apparatuur bestond om dingen op een andere manier te bekijken. Maar er kwam een microscoop en een telescoop en mensen gingen steeds meer ontdekken. Steeds meer zouden mensen toch onder de indruk moeten komen van Gods grootheid.
Dit denken van een platte aarde vindt zijn oorsprong niet in de Bijbel. De Bijbel gebruikt een woord dat zinspeelt op de aarde als een bol. Jesaja 40:22 "Hij is het Die zetelt boven de omtrek van de aarde" (in NBG vertaling: het rond der aarde; in Statenvertaling: kloot der aarde; in veel engelse vertalingen staat: de cirkel van de aarde).
In Job 9:6 zou je kunnen lezen dat de aarde plat is en op grote pilaren steunt: Hij schudt de aarde van haar plaats, zodat haar pilaren wankelen.
Misschien dat het ook komt door onze vertalingen dat we er zowel het één als het ander in kunnen lezen.