Handelingen 2:37-41
37 En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders? 38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. 39 Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal. 40 En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggende: Wordt behouden van dit verkeerd geslacht! 41 Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen.

Wat betekenen deze verzen eigenlijk? Welke belofte gaat het over?

Toen de toehoorders dit woord van Petrus hoorden, werden ze verslagen in hun harten. Ze werden verslagen vanwege een hartelijke spijt van en berouw over wat ze aan de Heere Jezus gedaan hadden toen ze Hem kruisigden. Ze zeiden tot Petrus en tot de andere apostelen: Wat moeten wij doen? Ze vroegen in verslagenheid wat ze moesten doen om te ontkomen aan de verdiende straf, om vergeving van zonden te krijgen, en om zalig te worden. Petrus zei tot hen: Bekeert u. Dat is: Bekeert u van uw ongeloof omdat u de Heere Jezus gekruisigd had, en bekeert u van al uw andere zonden. En laat een ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden. U zult dan de gave van de Heilige Geest ontvangen. Deze Geest zal u verzekeren dat uw zonden omwille van Christus vergeven zijn. Want de belofte komt aan u toe, en aan uw kinderen, en aan allen die hierna nog komen zullen. Welke belofte komt hen toe, en hun kinderen? Dat is de belofte die tevoren is aangehaald uit Joël 2:28: En daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien. Verder is het ook de belofte die ingesloten ligt in het verbond dat God met Abraham en zijn nageslacht opgericht heeft, volgens Genesis 17:7: En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u. Dit moet ten alle tijde vastgehouden worden: De beloften komen toe aan u, aan uw kinderen, en aan allen die nog komen zullen, inzoverre de Heere er hen toe roepen zal. Degenen die het woord van Petrus graag aannamen werden gedoopt.

Bovenstaande tekst wordt ook wel gebruikt als een van de bewijzen van de kinderdoop. Als deze tekst daar inderdaad een bewijs van is, dan zouden de kinderen op de dag van de uitstorting van de Heilige Geest ook gedoopt moeten zijn. Staat er in de Bijbel dat op die dag de kinderen ook gedoopt werden? Er staat dit: Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt. Degenen die gedoopt werden, dat waren degenen die het woord gaarne aannamen. Kunnen de jonge kinderen het woord gaarne aannemen? Nee, de jonge kinderen zijn daartoe niet in staat. Ze werden toen op die dag ook niet gedoopt. Dat staat er niet.

Hoewel de jonge kinderen toen niet gedoopt werden, blijft dit altijd vast staan, ook voor hen:

Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.

De kinderen hebben zeer zeker de belofte.

De belofte ligt vast in de Heere Jezus Christus, onze Zaligmaker door het geloof.