Liefhebben

Aansporingen om lief te hebben

Mattheus 22:37-39
37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dit is het eerste en het grote gebod. 39 En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.

Johannes 13:34-35
34 Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. 35 Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.

Romeinen 13:8-10
8 Wees niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. 9 Want dit: U zult geen overspel plegen, u zult niet doden, u zult niet stelen, u zult geen vals getuigenis geven, u zult niet begeren, en welk ander gebod er ook is, wordt in dit woord samengevat, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. 10 De liefde doet de naaste geen kwaad. Daarom is de liefde de vervulling van de wet.

1 Petrus 1:22-23
22 Nu u dan uw zielen gereinigd hebt in de gehoorzaamheid aan de waarheid, door de Geest, tot ongeveinsde broederliefde, heb elkaar dan vurig lief uit een rein hart, 23 u, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.

1 Johannes 3:10-17
10 Hieraan zijn de kinderen van God en de kinderen van de duivel te herkennen. Ieder die de rechtvaardigheid niet doet, is niet uit God, evenmin als hij die zijn broeder niet liefheeft. 11 Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben; 12 niet zoals Kaïn: hij was uit de boze en sloeg zijn broer dood. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig. 13 Verwonder u niet, mijn broeders, als de wereld u haat. 14 Wij weten dat wij zijn overgegaan uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben; wie zijn broeder niet liefheeft, blijft in de dood. 15 Ieder die zijn broeder haat, is een moordenaar; en u weet dat geen moordenaar het eeuwige leven blijvend in zich heeft. 16 Hieraan leerden wij de liefde kennen, dat Hij voor ons Zijn leven heeft gegeven. Ook wij moeten voor de broeders het leven geven. 17 Wie dan de goederen van de wereld heeft, en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn hart voor hem toesluit, hoe kan de liefde van God in hem blijven?

1 Johannes 4:7-12
7 Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. 8 Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. 9 Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem. 10 Hierin is de liefde, niet dat wij God lief hebben gekregen, maar dat Hij ons liefhad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden. 11 Geliefden, als God ons zo liefhad, moeten ook wij elkaar liefhebben. 12 Niemand heeft ooit God gezien. Als wij elkaar liefhebben, blijft God in ons en is Zijn liefde in ons volmaakt geworden.

1 Thessalonicenzen 4:9-12
9 Wat nu de broederliefde betreft, hebt u het niet nodig dat ik u schrijf, want u bent zelf door God onderwezen om elkaar lief te hebben. 10 Want u doet dat ook ten opzichte van alle broeders die in heel Macedonië zijn. Wij roepen u er echter toe op, broeders, dat nog veel meer te doen, 11 en er een eer in te stellen rustig te zijn en uw eigen zaken te behartigen en te werken met uw eigen handen, zoals wij u bevolen hebben, 12 opdat u op een gepaste wijze wandelt ten opzichte van hen die buitenstaan, en niets nodig hebt.