In het Woord van onze Heere Jezus Christus lezen we steeds dat mensen gedoopt worden nadat ze tot geloof gekomen zijn. We lezen dit bij de Joden en Samaritanen die tot geloof kwamen. Steeds was het geloof de beslissende factor voor hun doop. We lezen dit ook bij de heidenen die tot geloof kwamen. Het geloof in de Heere Jezus Christus gaf toegang tot de doop. Ook bij de doop van de gehele huisgezinnen was het geloof de beslissende factor. Het hoofd van de huishouding kwam tot geloof. En daarna werden de gehele huizen ook gedoopt. Hierover elders meer.

De persoon die tot geloof komt, en daarna gedoopt wordt, wordt opgeroepen, in Efeze 2:22-24 om de "oude mens" af te leggen, en de "nieuwe mens" aan te doen. Hieruit blijkt dat er in die ene persoon, die gedoopt wordt, als het ware twee mensen zijn, de oude en de nieuwe. En die zijn in een strijd verwikkeld.

In onze tijd zijn er christelijke gemeenten waar mensen die tot geloof komen vervolgens gedoopt worden. Deze praktijk is gefundeerd in the Bijbel.

Er zijn ook christelijke gemeenten waar slechts een belijdenis van het geloof afgelegd door mensen die lid worden van deze gemeenten. Een voorbeeld van dit soort toegang tot de christelijke gemeente is niet te vinden in de Bijbel. Hier komt nog bij dat het afleggen van een belijdenis van het geloof in veel gemeenten niet eens betekent dat de persoon ook echt gelooft. Het gaat in zulke gevallen alleen om een belijdenis met de mond. Het behoeft geen betoog dat dit tegen de Schrift is.

Het zou goed zijn als men in de christelijke gemeenten niet alleen een belijdenis van een persoonlijk geloof zou afleggen, maar ook de geloofsdoop zou toepassen op degenen die het persoonlijk geloof in Christus Jezus ontvangen hebben. Via het belijden van het geloof en de geloofsdoop zouden de gelovigen dan leden van deze kerken kunnen worden.