In Handelingen 8:12 lezen we dat mensen gedoopt werden op geloof: "Maar toen zij Filippus geloofden, die het Evangelie van het Koninkrijk Gods, en van den Naam van Jezus Christus verkondigde, werden zij gedoopt, beiden, mannen en vrouwen." Dit is ook te lezen in andere plaatsen van het Nieuwe Testament.

We lezen hier niet dat gehele huizen gedoopt werden. Op de zendingsreizen van Paulus lezen we wel van gehele huizen die gedoopt werden.

Vanwaar dit verschil? Het antwoord is eenvoudig. In het geval van bovenstaande tekst sprak Filippus in Samaria. Daar woonden de Samaritanen. De godsdienst van de Samaritanen is op veel punten te vergelijken met de Joodse godsdienst. Ze hebben de vijf boeken van Mozes die ze als het Woord van God erkennen. Ze hebben de besnijdenis, en houden de sabbat en de Joodse feesten. Aangezien deze mensen waarschijnlijk al besneden waren, en hun jongens en huishoudens ook, daarom behoefden die kinderen en huishoudens hier niet gedoopt te worden. Alleen de mannen en vrouwen die geloofden werden gedoopt.

Bij het dopen van de huisgezinnen op de zendingsreizen van Paulus lag het anders. Daar kwamen die huisgezinnen uit de heidenen. Dus is het goed te begrijpen dat ze gedoopt werden als een soort afwassing bij de overgang van het heidendom naar het christendom.