Armoede

Over armen en armoede, en hoe er mee om te gaan

Exodus 22:25-26
25 Als u iemand van Mijn volk, een van de armen onder u, geld leent, dan mag u zich niet als een schuldeiser tegenover hem gedragen. U mag hem geen rente opleggen. 26 Als u het kleed van uw naaste in onderpand neemt, moet u dat aan hem teruggeven voordat de zon ondergaat.

Deuteronomium 15:11 Want armen zullen binnen uw land nooit ontbreken. Daarom gebied ik u: U moet uw hand wijd opendoen voor uw broeder, de onderdrukte en de arme in uw land.

Psalm 9:19 Want de arme wordt niet voor altijd vergeten, de hoop van de ellendigen vergaat niet voor eeuwig.

Psalm 140:13 Ik weet dat de HEERE de rechtszaak van de ellendige en het recht van de armen zal behartigen.